|
Woensdag 13 juni 2007 |
|
Nanton - Waterton Lakes NP |
|
Brown-eyed Susan |
|
200 Km |
Vandaag worden we gewekt door een stralende zon. Rond de klok van 9.00 uur vertrekken we van de camping. We zijn al een aantal meters op weg als we in onze ooghoeken zien dat de Deet blouse van Marc (ingespoten met antimug en gedragen bij het kampvuur) die buiten hing te luchten, van de spiegel valt. Marc rijdt er overheen, zo zegt hij, ik heb zelf mijn blouse gestreken. Blouse opgeraapt en weer verder.
We rijden de grote weg weer op richting Waterton Lakes Nationaal Park. De weg is weer recht toe recht aan met hier en daar een grote ranch met vee. De zijwegen naar deze ranches zijn niet geasfalteerd. Wanneer er een auto overheen rijdt zie je deze al vanaf ver rijden, het laat een hele grote stof wolk achter. Het lijkt wel op een snelheidsrace op de zoutvlaktes.
In Claresholm, een klein stadje onderweg, stoppen we even om een kijkje te nemen. Marc stopt precies voor de Fields. Dat is een soort Action, ze verkopen er van alles. Vast ook een fluitketel en een bord. We stappen de winkel in en gaan op zoek. De fluitketel is snel gevonden het is de laatste, hebben wij even geluk. Hij kost $ 8 dus dat zijn de kosten niet. De borden zijn in de aanbieding voor $ 1. Zo voor $ 9 hebben wij de schade in de camper verholpen!
Onze volgende stop is in Fort Macleod. In het fort kan je een soort paardenshow bijwonen, dit doen wij niet. Wij lopen even door het stadje, bekijken de oude pandjes waaronder een hele oude kapperzaak. Als de kapper net zo oud is als de zaak dan zullen het geen hippe kapseltjes worden.
Eén van de oudste panden is het voormalige postkantoor uit 1897. Nu doet het dienst als anitiek en curiosa winkeltje. |
|
Postkantoor in Ford Macleod van 1897 |
Wanneer we weer verder rijden ziet Marc rook in de verte. Hij zegt dat dit echt geen auto is die stof op doet waaien. Wanneer we dichter bij komen zien we dat de rook dikker zwarter wordt. het komt bij stadje Cardston vandaan. Eenmaal dichterbij zien we dat er een huis in brand staat. Marc stopt en loopt op zijn Canadeese collega brandweermannen af. Hij maakt weer een praatje en wat foto's.
|
In Cardston staat ook een grote tempel. De Mormonen hebben dit stadje gesticht eind negentiende eeuw. In 1913 zijn zij begonnen met het bouwen van de tempel. De tempel is van graniet en ieder blok weegt 2 ton. In 1923 was de tempel klaar. hij is zo groot dat hij van veraf al is te zien.
De Mormonen hebben ook gezorgd voor irrigatie van het prairie landschap waardoor het vruchtbare grond werd. In sommige stadjes hebben wij de afgelopen dagen nog mormonen gezien. Helemaal in het blauw gekleed en erg sober. |
Tempel in Cardston |
Net voor de ingang van Waterton Lakes NP ligt de camping die we voor vannacht gepland hebben. In het park zelf zijn ook twee campings maar deze zijn een stuk duurder. Als we het park naderen zien we dat de camping gesloten is.
We rijden Waterton Lakes NP in om dan toch maar op één van de campings daar te overnachten. Bij de poort kunnen we doorrijden omdat we een Nationale Parkpas hebben. Met zo'n pas mogen we in alle Nationale Parken.
In het park ligt een klein stadje met een groot hotel. Het stadje heet, hoe kan het ook anders, Waterton. Het hotel heet Prince of Wales Hotel.
We parkeren onze camper bij het Visitor Centre en lopen naar het hotel dat op een hoger gelegen plateau ligt. Het hotel is gebouwd in 1927 en is helemaal van hout.
|
|
Prince of Wales hotel |
Als we boven komen merken we dat het hier erg hard waait. Beneden was het nog lekker warm maar hier is het een stuk kouder. De wind komt over het Upper Wateron Lake aanwaaien. We lopen om het hotel heen en krijgen letterlijk de wind van voren. Aan de rand van het plateau kan je in de wind hangen zonder om te vallen.
|
We bekijken het hotel ook even aan de binnenkant. Het is allemaal wel erg engels. De kop en schotels voor de high tea staan al klaar op de tafels voor de grote ramen. Dezelfde als onze moeders hebben van Royal Albert.
De bediening loopt zelfs in schotse ruit rokken. Toch hangt er een ontspannen sfeer en kunnen we rustig rondlopen om het hotel te bekijken.
|
De vouwen uit je broek ! |
Na ons bezoekje aan het hotel rijden we door naar Waterton. We willen even tanken maar dat gaat helaas niet. Er wordt net nieuw cement gelegd bij de pomp. Wanneer we vragen hoe we nu kunnen tanken (dit is de enige pomp hier) worden we gewezen op de tuin achter het pomstation. Als daar achteruit in rijden dan kunnen we zo via de zijkant voor het pompstation komen zonder de nieuwe cementlaag te vernielen. We vertellen dat we een RV (camper) hebben, dat moet lukken volgens de dames achter de balie. We lopen om de pomp heen maar vinden de tuin toch wel wat aan de kleine kant en dan staan er ook nog overal dikke bomen. Nee, Marc is een goede chauffeur maar daar wagen we ons niet aan.
We laten de camper even staan en lopen de Waterton Avenue af naar de camping. Even winkeltjes kijken en dan gelijk de camping checken. De winkeltjes zijn leuk maar de camping vinden we niet veel. We besluiten om dan toch maar 12 kilometer de bergen in te rijden naar de andere camping.
Terug bij de camper rijden we de Waterton Avenue (dure naam voor een leuk straatje) nog een keer af want we hebben herten gezien, één zelfs met twee jongen en we hadden natuurlijk de camera niet bij. Terug bij de herten zijn moeder en kids alweer vertrokken. Als we uitstappen en op zoek gaan zien we moeder grazen in de tuin bij een huisje en één jong ligt in het hoge gras te luieren. We willen het kleine hertje niet opjagen dus proberen van een afstandje een foto te maken. Dat is moeilijk met al dat hoge gras er omheen. We laten ze maar lekker liggen en gaan terug. |
|
De herten liggen gewoon in de tuin |
Op weg naar de andere Camping, Crandell Campground, komen we door de bloemenvelden van Waterton Lakes NP. De heuvels staan hier vol met wilde bloemen. Sommige zelfs zo zeldzaam dat ze alleen in dit park voorkomen. We zien de wilde geranium, de wilde lupine, wilde saxifraga, wilde rozen en allerlei bloemen waarvan we de namen moeten opzoeken in ons boekje. Het is een prachtig gezicht. Het park staat ook bekend om z'n bloemen en van 15 tot 24 juni is er zelfs een wilde bloemenfestival.
|
Tussen deze velden met bloemen door komen we bij de camping. De toegangsweg gaat over een hele smalle brug die volgens Marc alleen voor ervaren camperrijders te nemen is. Het lukt ons dus prima. We zoeken weer een mooi plekje uit met wat bomen maar ook wat open veld zodat we nog even zon hebben.
We lopen weer terug naar de poort om het campinggeld voor de nacht te deponeren. Het is een grote camping dus het is een aardige wandeling. |
Wilde Geranium |
We zitten binnen aan de koffie en thee als Marc iets op onze campingplaats ziet lopen. Een hert! Later op de avond zien we nog verschillende keren een aantal herten langs onze camper lopen. Ze grazen op het open veldje rondom de camper. Als op bed gaan liggen kunnen we ze op ons gemak bekijken. Dit is kamperen in de natuur !