|
Zondag 15 juni 2008 |
213 km |
Molde - Driva |
|
|
|
19° |
Vandaag gaan we naar de Trollenkerk. Eerst ontbijten in het zonnetje. We rijden een stukje terug en voordat we afslaan de 64 weer op richting Eide, gaan we tanken. Bij het tankstation wordt binnen heerlijk vers gebakken brood verkocht. We betalen de diesel en nemen direct een vers meergranen brood mee.
Na een stukje rijden splitst de 64 in de oude weg door de bergen en de nieuwe 64 door een toltunnel. We nemen de toltunnel. 15 NOK enkele reis.
Dankzij de beschrijving in de Womo reihegids weten we de wandeling te vinden. Een klein bordje ‘Trollenkyrkja’ langs de kant van de weg wijst ons de parkeerplaats. Er staan al drie auto’s en een camper.
Een bord aan het begin van het pad laat zien dat de Trollenkyrkja bestaat uit een grot met bassin waar een waterval in valt ‘het altaar’ en een grot met de vallende waterval ‘de trollen kerk’. (GPS N 62,86705 E 7,27457) |
|
Het begint redelijk vlak. |
Het eerste deel van de wandeling loopt over een karrenpad. Bij een riviertje wordt het pad smaller en lopen we over een kleine houten brug de rivier over. Net over de rivier gaat het pad het bos in en loopt al snel omhoog. Hoe verder we komen hoe steiler het pad wordt.
|
De zon staat hoog aan de hemel en we krijgen het al snel erg warm. Het pad is bezaaid met grote stenen en we moeten goed kijken waar we onze voeten neer zetten. Hier en daar heeft de rivier een zijn spoor via het wandelpad gezocht en is het pad nat en modderig.
Onderweg komen we langs een bankje. Hier stoppen we even om te genieten van het uitzicht want tijdens het wandelen moeten we naar beneden kijken om te zien waar we lopen en zien we weinig van de mooi omgeving. |
Al snel wordt het steiler! |
We gaan weer verder. Het pad wordt nog moeilijker begaanbaar en we moeten soms flink klauteren. Het moet wel een hele mooie trollengrot zijn!
Na dik twee uur lopen komen we dan aan bij de ingang van de eerste grot. We pakken onze zaklamp en gaan de grot in. Al na een paar meter is het heel donker. Onze zaklamp is eigenlijk niet genoeg om goed te kunnen zien waar we lopen. Net achter ons is een Duits stel de grot in gekomen. Zij hebben ook een lamp. We gaan samen verder de grot in. Een lamp voorop en een lamp achteraan.
Met z’n vieren schuifelen we door de donkere en vochtige grot. Op sommige plaatsen stroomt het water over de grond en moeten we goed opletten om niet in het koude diepe water te gaan staan. Hier en daar goed door de knieën om het hoofd niet te stoten.
We voelen de kou en de wind van de waterval op ons afkomen. Nog één hoek om en daar moet het zijn, we kunnen de waterval al horen. Ja, we zien hem. Het gat boven de waterval laat voldoende daglicht door om een goed zicht te hebben op het bassin en de waterval. |
|
Je loopt een stukje door het water. |
Het water is glashelder en heel heel koud. Langs de wand achter de waterval waar het daglicht op valt heeft zich groenmos gevormd. Het is een prachtig gezicht.
We kronkelen onszelf weer terug de grot door naar de opening. De terugweg is een stuk minder spannend. We weten nu wat er komt.
|
Als we uit de grot komen doet het zonlicht zeer aan onze ogen. We genieten even van de warmte en klimmen verder naar de tweede grot. Om in deze grot te komen moeten we na het klimmen via een trapje afdalen. Ook hier komt de koude je tegemoet.
De grot, een grote ronde ruimte, heeft wit marmeren wanden. Ook hier staat een laag water op de bodem, we moeten daarom via stapstenen door de ruimte lopen.Ook deze grote is gaaf. We klimmen via de trap weer omhoog. |
|
Afdalen naar de zaal. |
Binnen in de zaal. |
Buiten gekomen gaan we nog een klein stukje hoger de berg op. Bovenop gaan we even in de zon zitten voordat we aan de terugweg beginnen. Bij de ingang van de eerste grot schrijven we nog even onze namen in het schrift en gaan dan op weg naar beneden.
|
Ook naar beneden is op sommige stukken zwaar. We moeten goed blijven opletten waar we onze voeten neerzetten. Er komen nu wat meer mensen naar boven. Het dalen duurt toch ook nog bijna anderhalf uur.
De hele wandeling heeft toch zo’n 4 uur geduurd. De parkeerplaats staat nu helemaal vol met Noorse auto’s, deze wandeling is bij de Noren blijkbaar ook in trek. In de camper laten we onze voeten rusten en snijden we het verse brood aan. |
Marc bij de ingang van de grot. |
Na de lekkere lunch gaan we weer op weg. We willen niet zo heel ver meer rijden en snel een camping gaan zoeken. Terug de toltunnel weer door en via de E39 en weg 64 richting Oppdal. We hebben weer mooie uitzichten. Helaas krijgen we ook een paar grote regenbuien.
Bij Sunndalsora is het weer droog en stoppen we in het centrum. Omdat het zondag is, is alles dicht. We rijden daarom na een korte pauze weer verder. Bij de eerst volgende camping willen we stoppen. Er komt kilometers lang geen camping. We worden moe en willen nu echt ergens stoppen. Net voorbij Oppdal vinden we een geschikte camping. (GPS N 62,54800 E 9,62843)
We rekenen af en zoeken een plekje. Zo we staan, en de zon is ook weer gaan schijnen. Het was weer een prachtige dag met een mooie wandeling, de regenbui vergeten we snel, we zaten lekker droog in de camper!
|
Het uitzicht vanaf de grot op het dal (waar de camper staat!) |